Ik dacht dat ik redelijk kon kadreren, maar sinds vorige week zaterdag (vormstudie 'kadreren') denk ik er geheel anders over....:-)
Na deze tot veel nadenken stemmende zaterdagsessie ben ik nog eens in de 'literatuur' gedoken. Ik heb de reader die we gekregen hebben nog eens doorgelezen, maar ik vond in mijn boekenkast ook een boek dat ik een jaar geleden aanschafte en dat ik nu weer opnieuw aan het lezen ben. Het is 'The Nature of Photographs' van Stephen Shore. Dit boek is een weerslag van zijn jarenlange lesgeven aan studenten van Bard College in New York. Stephen Shore beschrijft aan de hand van voorbeelden de verschillende lagen waaruit een foto kan bestaan, van het fysieke uiterlijk tot en met mentale verwerking van de foto in de hersenen van de kijker. Foto's hebben volgens Shore zonder uitzondering vier kwaliteiten gemeenschappelijk:
Na deze tot veel nadenken stemmende zaterdagsessie ben ik nog eens in de 'literatuur' gedoken. Ik heb de reader die we gekregen hebben nog eens doorgelezen, maar ik vond in mijn boekenkast ook een boek dat ik een jaar geleden aanschafte en dat ik nu weer opnieuw aan het lezen ben. Het is 'The Nature of Photographs' van Stephen Shore. Dit boek is een weerslag van zijn jarenlange lesgeven aan studenten van Bard College in New York. Stephen Shore beschrijft aan de hand van voorbeelden de verschillende lagen waaruit een foto kan bestaan, van het fysieke uiterlijk tot en met mentale verwerking van de foto in de hersenen van de kijker. Foto's hebben volgens Shore zonder uitzondering vier kwaliteiten gemeenschappelijk:
1. platheid (flatness) met 1 duidelijk standpunt van waaruit de foto gemaakt wordt,
2. uitsnede of kadrering (frame),
3. tijd (het moment waarop de foto gemaakt wordt), en
4. focus.
Deze vier kwaliteiten bepalen de visuele grammatica van de fotograaf. Zij zijn de middelen waarmee de fotograaf zijn kijk op de wereld verbeeldt. Door ze alle vier onder woorden te brengen, krijg je een beeld van hoe een kijker de foto kan 'lezen'. Stephen Shore beschrijft een aantal foto's en roept minstens zoveel vragen op, vragen die - net als vorige week zaterdag - nog lang door je hersenpan stuiteren zonder er een pasklaar antwoord op te hebben.
Neem nou bovenstaande foto, gemaakt door Helen Levitt in 1945. Shore zegt hierover: "De mannen op de voorgrond van deze foto hebben niet alleen een visuele relatie met elkaar maar ook met de lijnen van het kader. Het kader geeft de ruimte rondom de figuren energie. Deze formele kwaliteiten brengen de verschillende acties en actoren samen."
Shore voegt eraan toe: "Voor sommige foto's werkt het kader passief: het is daar waar het beeld eindigt. Voor andere foto's is het kader actief: de structuur van het het afgebeelde begint bij het kader en werkt zich naar binnen."
Voor mijn gevoel kun je het kader nauwelijks los zien van de overige drie kwaliteiten: standpunt, moment van fotograferen en focus. Alle vier de elementen werken namelijk nauw samen om een foto te maken die 'goed' is, dwz zijn beoogde doel bereikt.
Het is m.i dan ook moeilijk om te zeggen: dit zijn de twee of drie elementen die bepalen of een kadrering goed is. Natuurlijk, je zou kunnen zeggen dat er niet teveel 'niet gebruikte' ruimte (restruimte) in de foto moet zitten en dat alle elementen van het beeld mee moeten doen, maar al heel snel heb je het daarmee ook over de andere kwaliteiten die Stephen Shore opsomt: focus, moment en standpunt.
Enfin, het uit elkaar halen van deze verschillende elementen helpt wel om ze eens 1 voor 1 te bestuderen. Maar in de praktijk zal het altijd een samenspel van alle vier de kwaliteiten zijn die maakt of een 'compositie' goed in zijn vel zit oftewel 'lekker' is.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten